10. Reusachtige micro-organismen: de protozoa

9. Bacteriën: klein maar (meestal) fijn

De protozoa vormen een brede groep eencellige micro-organismen die 5 tot 500 μm groot worden. Ze worden nu nog diertjes genoemd, maar dit is niet geheel onomstreden. Ook worden ze nu tot de protisten gerekend, samen met algen en slijmzwammen.

Pantoffeldiertjes behoren tot de trilhaardiertjes, die op hun beurt tot de protozoa behoren, die tot de protisten behoren. Protisten zijn eencellige eukaryoten, want ze hebben minstens één celkern. Mensen zijn ook eukaryoten. Maar dat mag je weer vergeten. Foto: bron onbekend.

Ze hebben water nodig om zich te verplaatsen. Er zijn vier groepen:

  1. Zweephaardiertjes bezitten zweepdraden waarmee ze zich kunnen voortbewegen en voeden.
  2. Trilhaardiertjes hebben kleine trilhaartjes over de gehele cel waarmee ze zich kunnen voortbewegen en voeden. Voorbeeld: pantoffeldiertjes.
  3. Amoebozoa hebben geen vaste vorm en hebben schijnvoetjes waarmee ze zich voortbewegen en voeden. Voorbeeld: amoeben.
  4. Sporediertjes zijn ingewikkelde eencellige eukaryoten die vooral als parasieten leven.

De in de bodem levende soorten zijn meestal onschadelijk voor de mens, maar dat geldt niet voor alle protozoa. Plasmodium is een geslacht uit het rijk der protisten. Van de tweehonderd bekende soorten zijn er tien die malaria kunnen veroorzaken bij mensen. In de Verenigde Staten sterven er mensen na gezwommen te hebben aan een Brain-Eating Amoeba (Naegleria Fowleri).

Gelukkig hebben wij hier niet mee te maken. In het volgende artikel gaan we zien hoe belangrijk protozoa in de bodem zijn.

.

Raderdiertjes zijn meercellige organismen, in lengte uiteenlopend van 50 μm tot ongeveer 2 mm. Ze eten deeltjes tot 10 µm: organisch materiaal en dode bacteriën, algen en protozoa. Ze behoren niet tot de protozoa, maar de Eumetazoa (orgaandieren). Foto: Michael Plewka

11. Immobilisatie en mineralisatie