Een bodem is meer dan zomaar een substraat waar planten in kunnen groeien zodat ze niet omvallen. Het is een wereld op zich: ongeveer een kwart van alle biodiversiteit leeft, voltijds of deeltijds, ondergronds. Met het verdwijnen van de biodiversiteit ondergronds, verdwijnt ook de biodiversiteit bovengronds. In Nederland zijn we in 150 jaar tijd ongeveer 85% van de biodiversiteit verloren. En het gaat nog steeds heel hard de verkeerde kant op. Oorzaken zijn nooit eenduidig: pesticiden, biomassa als energiebron, bodembewerking, vermesting en verzuring, noem maar op: allerlei zaken hebben hun weerslag op ons leefmilieu en de consequenties zijn niet mals.
Als we even uitgaan van een situatie waarin de mens geen invloed uitoefent (dus geen kunstmest, pesticiden, ploegen en dat soort ongein), dan draait het uiteindelijk om niches: hoe meer niches een bodem (of algemeen: een ecosysteem) heeft, hoe meer verschillende soorten micro-, meso- en macro-organismen er in (en op) de bodem kunnen leven. Als de niches verdwijnen, dan nemen de opportunisten het over. In het Nederlandse landschap zie je bijvoorbeeld dat de nichevogels verdwijnen (eerst de akkervogels, nu de weidevogels en zelfs de stadsvogels), maar dat de opportunisten steeds meer gaan domineren (meeuwen, ganzen, kauwen, duiven, noem maar op).
Om een diversiteit aan bodembeestjes te hebben, heb je een diversiteit aan planten nodig en een strooisellaag die uit zoveel mogelijk materialen bestaat. Die diversiteit zorgt uiteindelijk voor een dynamisch evenwicht, waarbij er een balans komt tussen prooidieren en roofdieren.
Wat is de juiste balans? Als je wel eens een slakkenplaag hebt gehad, dan weet je in ieder geval hoe een onbalans eruit ziet. Het is wel belangrijk dat je beseft dat alle problemen die je ervaart antropogeen zijn: ze zijn door mensen veroorzaakt (misschien zelfs door jou – sorry dat ik het zeg). Het is nooit de schuld van de slakken dat er veel te eten voor ze is en dat ze zelf niet opgegeten worden. Ze doen gewoon waar ze goed in zijn: zwakke planten omzetten in vruchtbare uitwerpselen en daarmee ruimte maken voor gezondere exemplaren. En zich voortplanten. Dat kunnen ze ook heel goed. Het is ook ook niet de schuld van een plantenziekte dat hij toeslaat: dat kan alleen gebeuren als een plant, boom of dier al verzwakt is door iets anders. En meestal is dat iets dat wij mensen hebben gedaan of geproduceerd.
Een ecosysteem dat in balans is, is eigenlijk altijd biodivers. Een biodivers ecosysteem heeft veel elementen die een interactie met elkaar aangaan – van bacterie tot woudreus. Die interacties zijn zo onnoemelijk complex dat wij ze nooit zullen begrijpen. We kunnen ze niet begrijpen, maar dat hoeft gelukkig ook niet. We kunnen er gewoon op vertrouwen dat de complexiteit zijn werk zal doen. Wat we wel kunnen doen, is zorgen dat de basisvoorwaarden voor die complexiteit aanwezig blijven – of, als ze er niet zijn, de basisvoorwaarden terugbrengen. Het vergroenen van woestijnen is bijvoorbeeld iets dat wij mensen kunnen versnellen: door de planten en de bomen terug te brengen, komt het water weer terug. Het gaat weer regenen en uiteindelijk ontstaat er een complex ecosysteem zoals het Amazone-regenwoud. Want hoewel het heel natuurlijk lijkt, het Amazone-regenwoud is in elk geval deels door mensen aangeplant. Nou snap je ook wel dat je geen regenwoud aan kunt leggen. Dat ontstaat in de loop van vele honderden jaren. We kunnen geen woudreuzen planten, maar elke woudreus is een boom die vele eeuwen geleden niet is gekapt.
Wat ik eigenlijk probeer te zeggen, is dat we niet per se destructief hoeven te zijn. We kunnen ook regeneratief zijn. En dat zal nu ook echt moeten, want we vernietigen de basisvoorwaarden voor onze eigen soort: de mens is een bedreigde diersoort aan het worden.
Nu ben ik geneigd om het over economie te gaan hebben, maar misschien is dat voer voor een andere cursus. Ik beperk het hier tot de bodem, hoewel alles daarmee samenhangt. Leonardo da Vinci zei al: “We weten meer over de beweging van de hemellichamen dan over de bodem onder onze voeten” – en dat is niet veranderd. We weten beschamend weinig, maar genoeg om ons van de ene verbazing in de andere te doen vallen.
Meer lezen: