Toen we begonnen met landbouw, zo rond de tienduizend jaar geleden, bestond circa 11% van het landoppervlak uit woestijn. Dat is een natuurlijk bioom, waar zeer gespecialiseerde dieren wonen. Nu bestaat 32% van het landoppervlak uit woestijn. Dat is op zichzelf al schrikbarend, maar de helft van de woestijn die erbij gekomen is, is in de laatste honderd jaar ontstaan: precies de periode waarin we op grote schaal kunstmest zijn gaan toepassen.
En nog steeds ontstaat er elke minuut 23 hectare woestijn. Dat is een landoppervlak ter grootte van Italiƫ per jaar.
In de Sahara en de Sahel wordt gewerkt aan The Great Green Wall om de woestijn een halt toe te roepen. Zoekmachine Ecosia zegt daar al 15 miljoen (juli 2020) bomen aan bijgedragen te hebben.
De minerale deeltjes van een bodem (zand, silt en klei) zijn moeilijk te vervangen, maar omdat deze (nog) aanwezig zijn is het vergroenen van woestijnen zeker niet onmogelijk. Als we het echter aan de natuurlijke processen overlaten, gebeurt dat misschien niet. Vergroenen is waarschijnlijk het belangrijkste dat wij mensen kunnen doen. Uiteraard is het daarbij van groot belang dat we de oorspronkelijke 11% woestijn ongemoeid laten en dat we inheemse planten en bomen gebruiken in een zo groot mogelijke diversiteit.
Ecoloog John D. Liu is momenteel Ecological Restoration Camps aan het organiseren, met als doel dit in de praktijk te brengen. Voor degenen die zijn documentaire Groen Goud nog niet gezien hebben: hij staat hierboven.