← 10. Reusachtige micro-organismen: de protozoa
Het bodemleven is onnoemelijk divers, dus alles wat je erover zegt is een generalisatie. Maar het voeden en beschermen van het aerobe bodemleven heeft onmiskenbaar grote voordelen. Een van die voordelen is dat er een cyclus plaatsvindt, waarbij bepaalde organismen, met name bacteriën, voedingsstoffen vasthouden. Zolang die voedingsstoffen, met name stikstof, in een bacterie zitten kunnen die niet uitspoelen. Dit heet immobilisatie. Bacteriën bevatten ongeveer vijf keer meer stikstof dan protozoa. Als een bacterie wordt opgegeten door een protozo of nematode moet de overtollige stikstof weer uitgescheiden worden en is dan weer opneembaar voor de plant. Dit heet mineralisatie.
Per dag eet een protozo misschien wel tienduizend bacteriën en in een theelepel grond zitten duizenden protozoa. Daarom zijn met name protozoa heel belangrijk voor de mineralisatie van voedingsstoffen.
Nitraat is een vorm van stikstof die heel makkelijk uitspoelt, omdat hij heel wateroplosbaar is. Omdat water altijd naar de plant stroomt, komt er heel veel nitraat in de plant. Dat heeft grote gevolgen voor de gezondheid van de plant. Enerzijds omdat de overdaad aan stikstof andere voedingsstoffen wegdrukt – er komen bijvoorbeeld minder sporenelementen in de plant terecht, ook als die wel in de bodem zitten. Anderzijds omdat door de overdaad aan stikstof de eiwitsynthese van de plant spaak loopt – er komen aminozuren in de plant terecht waardoor deze interessant wordt voor insecten. Ook komen er vrije nitraten in de plant, waardoor rupsen er wel van eten maar uiteindelijk doodgaan van de honger omdat er minder voedingsstoffen in de plant zitten. Dat klinkt misschien positief, maar rupsen worden uiteindelijk vlinders – en daar zijn er steeds minder van, bovendien zijn ze een belangrijke voedselbron voor vogels en sluipwespen en dergelijke.
Deze cyclus vindt het hele groeiseizoen plaats, zolang de bodem warm genoeg is. Dit vasthouden heeft twee grote voordelen. Ten eerste spoelen voedingsstoffen – zelfs nitraat – niet snel uit, omdat het in kleine hoeveelheden vrijkomt. Ten tweede komen de nitraten niet in dermate grote hoeveelheden in het bodemvocht terecht dat ze andere voedingsstoffen kunnen verdringen. Het resultaat is dat zowel de planten als de oppervlaktewateren veel gezonder zijn.