3. Infiltratie en drainage

2. Bodemstructuur

Problemen met de infiltratie

Als water niet goed de bodem kan binnendringen, duidt dat op problemen met de structuur. Hemelwater dringt dan niet de bodem in, maar blijft er bovenop staan. Dit zie je heel vaak op de akkers, omdat

  • er meestal onvoldoende organisch materiaal in de bodem zit,
  • er daardoor te weinig bodemleven actief is,
  • er onvoldoende calcium beschikbaar is,
  • de bodems vaak lange perioden onbedekt zijn en
  • er als klap op de vuurpijl met zware machines overheen gereden wordt.

Als er water op de bodem staat, dringt het water dus niet de bodem in. De bodem zelf blijft misschien zelfs wel droog. Maar er kan ook geen lucht meer in de bodem terechtkomen, waardoor er zuurstofgebrek optreedt. In een gezonde bodem hebben aerobe organismen (die zuurstof nodig hebben) de overhand, maar als er niet genoeg zuurstof is zullen de anaerobe organismen (die geen zuurstof nodig hebben) het stokje overnemen.

Problemen met de drainage

Soms zit er een storende laag in de bodem die de groei van plantenwortels en de doorgang van water tegenhoudt. Als een boer elk jaar op dezelfde diepte ploegt, smeert hij de bodem op die diepte dicht. Dat heet een ploegzool. De storende laag kan ook van natuurlijke oorsprong zijn.

Problemen oplossen

Als je het aan de natuur overlaat, zullen er in de loop van de decennia planten komen die de problemen voor je oplossen. Maar zoveel geduld heb je vast niet!

  • Als er water op de bodem staat, is het zaak dit snel af te voeren. Je kunt een slootje graven, maar daarmee is natuurlijk het probleem niet opgelost. Wel komt er weer zuurstof in de bodem, zodat er weer planten kunnen groeien.
  • Luzerne heeft sterke penwortels die een ploegzool kunnen doorboren en meters diep kunnen komen. Als je luzerne afmaait, vormen de afgestorven wortels gangen waar een volgende generatie planten dankbaar gebruik van zal maken. Dit geldt voor alle planten: een bodem is niet compleet zonder wortels.
  • Planten die spontaan opkomen en ook penwortels hebben, zijn bijvoorbeeld paardenbloem, ridderzuring, distel en smeerwortel. Die kun je dus beter laten staan.
  • Om het proces te versnellen, kun je goede rijpe (koude) compost gebruiken. Zelf maken heeft natuurlijk de voorkeur. Als je niet weet hoe dat moet, bekijk dan eens de video onderaan deze pagina. Werk de compost in de bodem voor snel effect.
  • Als je erg veel nodig hebt of onvoldoende organische materiaal tot je beschikking hebt, kun je ook compost kopen. Mijd gemeentecompost, deze is bijna altijd van slechte kwaliteit. Bij Van Iersel hebben ze bijvoorbeeld goede compost. Hoe weet je of iets goede compost is? Heel simpel: als het lekker ruikt, dan kun je het gebruiken. Let er wel op of er geen plastic in de compost zit.
  • Als er veel paardenbloemen opkomen, duidt dit op een calciumgebrek. Deze prachtige planten halen met hun diepe penwortels calcium omhoog en maken dat (postuum) weer beschikbaar voor andere planten en het bodemvoedselweb. Omdat calcium een essentiële voedingsstof is die nodig is voor het opbouwen van celwanden, zal de bodem een betere structuur hebben: zowel het bodemleven als de planten hebben continu calcium nodig voor hun groei en reproductie. Ook deze kun je dus beter laten staan.

4. De structuur beoordelen en verbeteren