← 40. Wat vertellen planten ons?
Heel veel planten die wij als voedsel gebruiken zijn niet inheems. Wat is er nou Hollandser dan de Zuid-Amerikaanse aardappel of tomaat? Soorten burgeren in de regel na loop van tijd in. Maar niet zelden verdringen ze eerst de inheemse soorten en zijn ze moeilijk in toom te houden. In dat geval spreken we van invasieve soorten.
Bij het tuincentrum zijn ook invasieve soorten, zoals de rhododendron, te koop. Soms komen er in de potten van exoten invasieve soorten mee, zoals de platworm. Platwormen eten onze inheemse wormen op en hebben geen vijanden in Nederland. Er zijn al drie soorten aangetroffen. Maar omdat ook de niet-invasieve planten meestal behandeld zijn met pesticiden, kun je beter helemaal niets kopen bij een tuincentrum.
Na verloop van tijd burgeren invasieve soorten in en komt een ziekte of een of ander beestje die de plant opeet. Zodra dat gebeurt wordt de balans hersteld en zal het organisme geen overlast meer veroorzaken. Hij kan nog steeds een exoot zijn, maar hij is dan niet meer invasief. We zien dit nu gebeuren bij de Amerikaanse vogelkers. Ondanks jarenlange bestrijding met onder andere Roundup, biedt de natuur zelf de oplossing. Zonder bestrijding was die er mogelijk al veel eerder geweest ...
Hoe meer biodiversiteit er is, hoe kleiner de kans dat een plant of dier gaat woekeren. De kans dat een schimmel, bacterie, insect of grazer hem in toom houdt neemt dan namelijk ook toe. Het probleem met invasieve soorten is dus ook zeker een biodiversiteitsprobleem.
Tijdens de laatste ijstijd zijn veel soorten uit Nederland verdwenen. Deze worden nu soms ook exoot genoemd, maar eigenlijk is er niets mis met het herintroduceren van deze soorten. Ik kan niet uitsluiten dat ze zich tijdelijk invasief gedragen, maar die kans is veel kleiner dan bij het introduceren van soorten die hier vroeger ook niet voorkwamen.
Meer lezen: Inheems, exoot of invasief