27. Kunstmest: geen oplossing, maar een probleem

26. Macro- en micronutriënten

Kunstmest wordt al meer dan honderd jaar toegepast. Met alle gevolgen van dien. Foto: rechtenvrij (CC0)

Van pesticiden is inmiddels algemeen bekend dat we onmiddellijk moeten stoppen met het gebruik ervan. Maar over kunstmest hoor je dat niet vaak. Toch is kunstmest niet minder schadelijk.

  • Als je kunstmest toevoegt, voeg je met name stikstof (nitraat en ammonium), fosfaat en kalium toe. Dit is niet alleen een erg eenzijdig dieet, de voedingsstoffen zijn direct opneembaar voor de plant. Sinds de 'Groene' Revolutie (na de Tweede Wereldoorlog) zijn we iets gaan doen wat we nog nooit eerder hebben gedaan: we zijn de plant rechtstreeks gaan voeden. Tot die tijd voedden we de bodem, en voedde de bodem de plant.
  • Stikstof wordt van nature gebonden door stikstofbindende bacteriën. De stikstof die in kunstmest zit wordt gebonden in een industrieel proces (het Haber-Boschproces), wat rond de 5% van het aardgasverbruik voor zijn rekening neemt (600 gram aardgas per kilo stikstof).
  • De stikstofbindende bacteriën stoppen met werken als er voldoende opneembare stikstof is. Er kan dus nooit een overschot ontstaan. Sinds het begin van de industriële stikstofbinding (1915) is de hoeveelheid stikstof in het milieu verdubbeld. Dit heeft bijgedragen aan een enorm biodiversiteitsverlies, omdat veel soorten alleen bij een laag stikstofgehalte voorkomen.
  • Het toevoegen van stikstof zonder een koolstofbron toe te voegen is niet verstandig: bacteriën worden actiever door de extra stikstof. Hun stofwisseling zorgt ervoor dat er koolstof in de atmosfeer verdwijnt in de vorm van koolstofdioxide. Net als op de composthoop is de koolstof-stikstofverhouding in de bodem heel belangrijk. Die moet ongeveer 10:1 zijn.
  • Fosfaat zit ruim voldoende in onze bodems, maar het is niet opneembaar voor planten; het is chemisch gebonden aan calcium en ijzer. Het bodemleven (schimmels en bacteriën) kan het weer vrijmaken (cheleren) maar dat bodemleven is grotendeels verdwenen. Fosfaat uit kunstmest komt uit mijnen die misschien binnen veertig jaar leeg zijn; fosfaatexporterende landen kunnen bovendien elk moment besluiten dat ze de rest voor zichzelf houden. Het is een zeer vervuilende industrie waar we niet van afhankelijk willen zijn. Gelukkig zit er nog ruim voldoende in onze bodems. Als we het bodemleven herstellen, maakt deze de fosfaat weer beschikbaar.
  • Een teveel aan stikstof en kalium in de bodem zorgt voor een tekort aan andere voedingsstoffen in de plant. Onze voeding wordt steeds armer aan voedingsstoffen, met eufemistisch geheten 'welvaartsziekten' als gevolg. Magnesiumgebrek neemt inmiddels epidemische vormen aan.
  • En het veroorzaakt eutrofiëring:
Het toevoegen van stikstof in de vorm van nitraten zorgt ervoor dat de stikstof veel makkelijker uitspoelt, met eutrofiëring tot gevolg: oppervlaktewateren worden voedselrijk. Zelfs als we nu stoppen met kunstmest (en drijfmest), dan nog zouden er nog tientallen jaren nitraten uit de bodems lekken. Als er te veel voedingsstoffen in het water zitten, krijg je algenbloei (zoals dat groene snot in de sloten). Als de algen afsterven worden ze ontbonden door bacteriën die zuurstof aan het water onttrekken. Zo ontstaan er grote gebieden waar geen leven meer mogelijk is, op kwallen na. Er zijn wereldwijd meer dan vierhonderd dode zones. De oorzaken zijn kunstmest en intensieve veeteelt. Op plaatsen waar geen kunstmest meer wordt gebruikt, verdwijnen de dode zones langzaam maar zeker. Afbeelding: NASA.

Er zijn nog meer problemen, maar ik kom nog op stikstof terug.

28. Wie voedt de wereld?