5. Lucht in de bodem

4. De structuur beoordelen en verbeteren

Plantenwortels hebben zuurstof nodig om te kunnen ademen. Het bodemleven heeft voor een groot deel ook zuurstof nodig.

Aeroob en anaeroob

Sommige organismen kunnen  gedijen onder omstandigheden met zuurstof (aeroob), andere als er weinig of geen zuurstof aanwezig is (anaeroob):

  • Obligaat aerobe organismen vereisen moleculair zuurstof (O2) voor de celademhaling.
  • Facultatief aerobe organismen (zoals gisten) kunnen zowel met als zonder zuurstof gedijen.
  • Micro-aerofiele organismen hebben wel zuurstof nodig maar gedijen het best bij lage concentraties.
  • Aerotolerante organismen zijn in principe anaeroob, maar verdragen wel de aanwezigheid van zuurstof (bijvoorbeeld melkzuurbacteriën).
  • Obligaat anaerobe organismen kunnen niet overleven in aanwezigheid van zuurstof. Veel rottingsbacteriën zijn obligaat anaeroob.
Bron onbekend.

Anaerobe bacteriën hebben een heel ander soort stofwisseling dan aerobe. In plaats van koolstofdioxide (CO2) produceren anaerobe bacteriën een aantal ongewenste gassen:

  • waterstofsulfide (H2S), bekend van de rotte-eierenlucht, is zwavel die in de atmosfeer verdwijnt.
  • fosfine (PH3) is een gifgas dat in heel lage concentraties er al voor zorgt dat mensen onwel worden. Het is een gasvorm van fosfaat, die je dus aan de atmosfeer verliest.
  • ammoniak (NH3) is een vorm van stikstof.
  • koolwaterstoffen zoals methaan (CH4): verlies van koolstof. Methaan is tevens een broeikasgas dat ruim twintig keer sterker is dan koolstofdioxide. Methaan oxideert na ongeveer 10 jaar naar CO2 en water.

Ook worden er niet-gasvormige gifstoffen geproduceerd. Elke bodem bevat anaerobe bacteriën, naarmate je dieper in de bodem komt in steeds grotere aantallen. Maar ook binnenin de bodemkruimels aan de oppervlakte zijn ze te vinden. En dat is prima: ze zijn niet allemaal schadelijk, sommige zijn zelfs heel belangrijk. Maar ze moeten niet de overhand krijgen. Door voor een goede structuur te zorgen, zorg je ervoor dat de aerobe organismen domineren. Dat zijn niet alleen bacteriën, veel schimmels hebben ook zuurstof nodig. En schimmels zijn van het grootste belang!

6. Het belang van water