De laatste jaren zijn we nogal bang gemaakt voor bacteriën. Maar we zijn afhankelijk van bacteriën voor een goede spijsvertering en onze weerstand. We kunnen helemaal niet zonder bacteriën! We zouden binnen een paar dagen dood zijn als de bacteriën uit ons lichaam zouden verdwijnen. Ook in de bodem zijn ze onmisbaar. En het grappige is: een belangrijk deel van de bacteriën in onze darmen hebben we als kind binnengekregen doordat we grond opaten. Geofagie heet dat. Moderne ouders zeggen dat dat vies is, maar een klein kind weet wel beter. Tot ongeveer je negende levensjaar kun je op die manier bacteriën binnenkrijgen om je darmflora op te bouwen.
Het aantal functies dat ze vervullen is niet te kwantificeren, maar er bestaan vier verschillende functiegroepen:
- de eerste groep ontbindt eenvoudige koolstofverbindingen,
- de tweede bindt stikstof uit de atmosfeer,
- de derde groep bestaat uit ziekteverwekkers en
- de vierde groep, de chemo-autotrofen, halen hun energie uit stikstof-, zwavel-, ijzer- of waterstofverbindingen (en dus niet uit koolstofverbindingen).
Die laatste groep is ook nuttig, want ze kunnen bijvoorbeeld vervuiling, zoals nitraten, en broeikasgassen, zoals methaan, afbreken. Bacteriën komen in ongelofelijke hoeveelheden voor in de bodem.
- Een bacterie is maar 1 tot 3 micrometer groot;
- In een theelepeltje grond leven er ongeveer een miljard;
- Een bacterie weegt helemaal niets, en toch zitten er per hectare meer dan twee ton in de bodem. Kun je nagaan hoeveel dat er moeten zijn! Qua biomassa kun je dat vergelijken met maar liefst vier koeien.
- Van alle biomassa op Aarde is maar liefst 12.8% bacterieel. Ze zijn echt overal. Ze leven tot zeker vijf kilometer ondergronds, maar ook hoog in de atmosfeer.
Bacteriën bevatten relatief veel stikstof, die niet kan uitspoelen. De bacterie moet eerst opgegeten worden, waarbij de voedingsstoffen vrijkomen en voor de plant opneembaar zijn.
Ik kom nog een aantal maal terug op deze belangrijke micro-organismen en hun vele functies.